Een analist van een bankinstelling bekeek een transactiemelding over een eenmanszaak in softwareontwikkeling. In de periode van twee maanden was er op één van de bankrekeningen van de onderneming 44.000 euro in contanten afgestort. Deze stortingen weken sterk af van het normale rekeningenverkeer. Dat was dan ook de reden voor de bank om de rekeninghouder nadere informatie over deze stortingen te vragen. De rekeninghouder antwoordde, dat hij een publiek evenement had georganiseerd en dat daar door de bezoekers veel contant afgerekend was. Bij nader onderzoek bleek echter dat er wel een evenement had plaatsgevonden echter na de periode van het afstorten van het geld en niet er voor. Daarmee geconfronteerd verklaarde de rekeninghouder plotseling iets heel anders maar het onderbouwen met documenten van de reden bleef uit. De stortingen werden gemeld en de FIU-analist deed nader onderzoek. Daarbij bleek dat de eigenaar van de eenmanszaak structureel al jaren correcties op zijn belastingopgaven opgelegd had gekregen wat steevast resulteerde in fiscale boetes. Echter omdat criminele activiteiten veelal cash worden afgedaan en er ook sprake was van onder meer grote coupures, die normaliter in Nederland niet in de (detail)handel gebruikt worden, droeg de FIU het dossier over aan de FIOD. Hun onderzoek leidde uiteindelijk tot het vaststellen van –wederom- fiscale onregelmatigheden. De belastingdienst nam het dossier over en toen bleek dat er fiscaal nog veel meer aan de hand was. Het leidde uiteindelijk tot navorderingsaanslagen van totaal 331.000 euro.
↧